Een moordfeest


Covertekening: feestgedruis met een warreling aan personages, van wie je er – zoals dat op feesten gebeurt – tijdens het lezen wel een paar zult herkennen.

Samenvatting:

Dat er in het Amsterdamse literaire wereldje gul aan Bacchus wordt geofferd, is bekend. Dus als de combinatie van alcohol en tropische warmte uitgever Pijke de das heeft omgedaan, lijkt dat op het eerste gezicht niet meer dan een bedrijfsongeval. Niettemin komt zijn dood op een, voor zijn collega Bas, wel zéér gelegen moment. Maar ja, een ongeluk zit soms in een klein glaasje. Redacteur/speurneus Jim denkt daar (in licht- en vijfvoetige jamben) toch anders over.

Paul schrijft:

“Als halve classicus, dichter van light verse (Oud heden, Nijgh en Van Ditmar) en medewerker aan het poëzietijdschrift De Tweede Ronde ben ik zo’n twintig jaar geleden bij het vertalen van The Golden Gate van Vikram Seth in de ban geraakt van diens briljante Poesjkin-sonnetten. Die versvorm ben ik later zelf ook gaan hanteren voor Een moordfeest, gesitueerd rond het niet zo denkbeeldige tijdschrift voor (vertaalde) poëzie Bis –  voorwaar een doorzichtig pseudoniem.”

 

Inleidende strofen:

De versvorm die ik heb gekozen
“Oneginstrofe” (die beklijft),
is die waarin de weergaloze
Poesjkin zijn held voor ons beschrijft.
(Lees de vertaling van Wim Jonker,
die van vernuft en brille flonkert,
en voorts – vooral – De Golden Gate,
een prachtroman van Vikram Seth,
die Indiase globetrotter.)
Ik vrees dat, vergeleken met
die grootmeesters van het sonnet,
ikzelf slechts onbeholpen stotter.
Leef, lieve lezer, met mij mee,
maar, liever nog, léés met mij mee.

 

1.2
Men schrijft het jaar negentienhonderd
en achtennegentig – recent.
Dus weest u, lezer, niet verwonderd
als u uzelf, denkt u, herkent
in ’t een of ander personage.
Toch heb ik slechts de entourage
ontleend aan de realiteit,
zodat puur op toevalligheid
berusten de gelijkenissen
met mensen, uit die tijd of nu,
van vlees en bloed, ik zweer het u.
Goed, slaan wij thans het ongewisse
pad in van de verbeeldingskracht:
wie weet wat wonderlijks ons wacht.

 

Een korte film van Hans van Keken waarin Paul voorleest uit zijn boek.

De vier door Paul voorgelezen strofen:

Hoodstuk vier
4.1
Het is heel druk aan Pijkes groeve,
als hij ter aarde wordt besteld.
Het is een maandag en een droeve:
het regent, onweer is voorspeld.
Loodgrijs welft zich het dichte zwerk en
een kille wind strijkt langs de zerken.
Men zwijgt en neemt de hoeden af
wanneer de kist daalt in het graf.
Een enkele vrouw hoort men zacht huilen
bij het geluid, naargeestig, dof,
van een schep aarde die neerploft
op hem met wie geen mens wil ruilen.
Het is volbracht. Traag schuift de stoet
de buitenwereld tegemoet.

4.2
Gelegenheid tot condoleren
biedt het café waar Pijke trouw
zijn topsalaris kwam verteren,
vlak achter het Concertgebouw.
“Crematie of teraardbestelling,
na afloop vindt u troost bij Welling!”
improviseert met luider stem
Jim, even tactloos als ad rem,
wanneer ze het café in lopen.
Vlak bij hen smaalt een jongeman:
“Wat een reclameleus! Die kan
je straks misschien nog wel verkopen
hier aan de eigenaar: als ex-
p.r.-man smúlt die van zo’n tekst.”

4.3
Ze sluiten aan bij ’t rijtje mensen
dat langs de nabestaanden schuift.
Jim prevelt doodleuk: “Beste wensen!”
wat niemand opvalt, en Bas snuift
van verontwaardiging: een gaffe
van Jim of een verlate, laffe,
wraakneming op de dode man
die immers niets meer zeggen kan?
Piet sist hem “Schoft!” toe, haast onhoorbaar.
Jim beent stug door naar het buffet
dat in een hoek is klaargezet
en pakt een glaasje, onverstoorbaar.
“Misschien wel smakeloos en grof,
maar ook gemeend, Piet, nou en of!”

4.4
Het was dus een weloverwogen
sick joke van Jim, beseft Bas nu.
Piet mijdt verbouwereerd Jims ogen:
die humor is hem veel te cru.
Je neemt geen dóde op de korrel!”
bijt hij Jim toe en pakt een borrel.
“Nou, Pijke, man, daar ga je dan!
En ad maiorem gloriam,”
besluit hij, kool en geit zo sparend,
“Bas, van Aurora ook maar, toch?
Want waar is waar: wij leven nog”.
Hij proost, stug in zijn glaasje starend.
Bas valt hem bij, geheel in stijl:
“En op ons drieër zieleheil!”

 

Een Moordfeest kan, behalve rechtstreeks bij de uitgever (klik de ‘banner rechts bovenaan deze pagina aan), gewoon via de boekhandel worden besteld: Uitgeverij Boekscout 2013, ISBN  978-94-6206-661-8, aantal pagina’s: 106, Prijs: € 15,95.